Hardware
De hardware voor meten met de Equator™ omvat basissystemen, besturingen en tastersets.
Equator basissysteem
Het Equator basissysteem is:
- voorzien van een parallel-kinetisch geleidingsmechanisme, dat een hoge stijfheid heeft om ook bij hoge werkingssnelheden een uitstekende herhaalbaarheid te verkrijgen;
- licht van gewicht maar robuust van constructie;
- in staat tot vormmetingen voor volledige objectanalyse met gebruikmaking van de snelle en herhaalbare scanfunctionaliteit van de SP25 taster;
- plug-and-play - voor het snelle instellen is alleen eenfasespanning nodig en geen lucht.
Besturing
De Equator besturing is een veelzijdige machinebesturing die het Equator systeem met hoge snelheid en herhaalbaarheid aanstuurt.
Hierdoor kan de real-time systeembesturing tegelijk met de interface van de meetsoftware zijn werk doen.
De besturing maakt ook gebruik van de beproefde UCC serversoftware voor gemakkelijke installatie en gebruik van het systeem, en werkt met het krachtige I++ protocol.
SP25M meettasterset
Deze 3-assige analoge scantaster volgens industriële standaard neemt per seconde zo'n duizend gegevenspunten op. Door snel en herhaalbaar scannen kunnen Equator systemen de vorm van complexe objecten meten en analyseren.
Het Equator meetsysteem - een niet-cartesisch parallel kinetisch systeem
De parallel bewegende structuur van het Equator systeem biedt een betere herhaalbaarheid, minder traagheidseffecten en een lager energieverbruik dan de traditionele cartesische structuren die toegepast worden voor bewerkingsmachines en coördinatenmeetmachines.
In principe, constructie en werking verschilt een Equator veel van traditionele cartesische structuren, die voorzien zijn van onderling haakse X-, Y- en Z-assen. Bij die structuren zorgen grote granietblokken of zware gietstukken voor de stijfheid die nodig is voor de herhaalbaarheid.
Zulke zware structuren kunnen echter zelf beperkingen voor de herhaalbaarheid opleveren, vooral vanwege hysteresis. Hysteresis wordt gedefinieerd als de vertraging tussen de toepassing en de verwijdering van een kracht, en leidt tot vervorming van de structuur.
Zware gewichten langs assen maken ook snelle bewegingen moeilijk, omdat bij versnellingen de traagheidskrachten op de structuur groter zijn dan bij lichte constructies. Dezelfde versnelling vereist daardoor meer vermogen, en dat is geen lineair verband. Er is dus een praktische grens aan de snelheid waarmee een cartesische structuur kan bewegen met behoud van voldoende precisie. Interne verbuigingen resulteren in ongeziene bewegingen die zich manifesteren als meetfouten.
Bij het Equator meetsysteem zijn de drie lineaire aandrijfarmen gemonteerd aan drie kruiskoppelingen bovenin de structuur. Het andere uiteinde van elke arm is direct aan het tasterplatform bevestigd, zodat de meettaster zich niet ver van de aandrijvende assen bevindt. De motoren brengen de armen in hun posities, en door hun draaibare ophanging worden de armen altijd puur op trek of druk belast en niet op buiging.
Op de aangedreven armen zijn lineaire encoders aangebracht, zodat de positieterugkoppeling komt vanaf dezelfde plaats als waar er aangedreven wordt. Al deze elementen vormen samen een systeem met nagenoeg geen 'ongeziene' beweging in de structuur, wat wel blijkt uit de consistente herhaalbaarheid bij het vergelijken. De oriëntaties van de drie lineaire armen, die P-, Q- en R-as worden genoemd, worden omgezet in conventionele X-, Y- en Z-assen door wiskundige algoritmes op de achtergrond. Zo kunnen vanuit de programmeersoftware bewegingscommando's in X, Y en Z verstuurd worden.